horen bij (v) (subject) | in Zusammenhang stehen mit (v) (subject) |
horen bij (v) (lidmaatschap) | Mitglied sein (v) (lidmaatschap) |
horen bij (v) (subject) | zusammenhängen mit (v) (subject) |
horen bij (v) (subject) | in Verbindung stehen zu (v) (subject) |
horen bij (v) (lidmaatschap) | angehören (v) (lidmaatschap) |